Doen en Zijn in evenwicht

Wat is dit eigenlijk, die Doe modus en die Zijn modus waar in de mindfulness over gepraat wordt?

Laten we deze twee standen eens wat nader bekijken.

Kwaliteiten van de Zijn-modus zijn onder andere: veiligheid, rust, niet-doen, openheid en verbinding.

Kwaliteiten van de Doe-modus zijn onder andere: alertheid, inzet, resultaat en vorm.

Als er balans is tussen doen en zijn, of in doen en in zijn, kun je de vruchten plukken van deze twee ‘standen’. Maar zowel in doen als in zijn kun je ook doorschieten.

 De geconditioneerde doe-modus beperkt openheid en een speelse houding die nodig is om ervaringsleren aan te moedigen. We zijn gewend om ervaringen vooral te benaderen met denken, serieusheid en resultaatgerichtheid. En juist de zijn-modus biedt hier een tegengewicht. Maar ook in de zijn-modus kun je doorschieten, een setting die veilig is kan je in slaap laten doezelen en als niet-doen de boventoon voert, kunnen b.v. oefeningen gaan verwateren. Openheid die grenzeloos is leidt tot vaagheid en richtingloosheid. Leren goed voor jezelf te zorgen betekent niet dat er nooit disciplines nodig is. Als we spreken over rust betekent dit niet dat je jezelf niet tot actie moet prikkelen. Kortom: de zijn-modus heeft de doe-modus nodig en andersom.

Dus het is essentieel om de balans tussen kwaliteiten van doe- en zijn-modus te bewaren. Vaardig te worden in het schakelen tussen die twee als de situatie daar om vraagt en te voelen als je doorschiet.

Door aandacht zie je waar je bent ( doe- of zijn modus)en wat je nodig hebt.

In wat we doen kunnen we steeds weer de balans opzoeken tussen b.v. veiligheid en alertheid, tussen rust en actie, tussen openheid en vorm. Speels en ongebondenheid vraagt ook om wetten en regels. Er is rust nodig maar ook actie; niet-doen en ook inzet. Op het proces gericht zijn maar ook het resultaat in de gaten houden. Lichtheid ervaren maar ook serieus kunnen zijn.

Dat we ons in de Mindfulness training wat meer richten tot de zijn-modus komt doordat we (weer) kennis mogen maken met deze modus ( een oude vriend) en daarvoor de doe-modus ( boezemvriend)  iets minder ruimte geven, we kennen deze modus immers best al goed.

In onderstaand schema heb ik enkele kwaliteiten van beiden neergezet met óók hun doorschieters.

Kwaliteit zijn-modus:                     Functie:                               Doorschieter:

veilig                                                zelfzorg                             verveeld/afwezig

rust                                           nieuwe ervaringen                onvoldoende oefenen

Niet-doen                       dingen vanzelf laten gebeuren               opgeven

Openheid                        natuurlijke interesse volgen                  ‘alles is goed’ idee

Procesgericht                  niets hoeven te bereiken               afwezigheid spanning

Kwaliteiten Doe-modus:               Functie:                              Doorschieter:

Alert                                       gefocust/geprikkeld                          gestrest

Actie                                       ervaringen opdoen                      automatisering

Inzet                                       opnieuw beginnen                       verbetenheid

Vorm                                         begrenzen                                    verstarren/passief

Resultaat                               Balans opmaken                      korte termijnresultaat

Andere kwaliteiten tussen zijn – en doen die je kunt onderzoeken zijn:

Erbij blijven                       versus                    Afwisseling
( Aan) Voelen                    versus                    Denken
Lichtheid                            versus                    Serieus
Eenvoudig                          versus                   Complex     

      

Laat vallen ….die ballen……! Tips om balans te ervaren in de doe-modus:

En dan is er de praktijk van alle dag: een druk leven, het huishouden, kinderen, je relatie en vrienden, misschien mantelzorg en dan ook nog sporten!
We moeten vaak zoveel en dat wát we doen liefst ook nog perfect. We zien vaak plaatjes waar íedereen’ zo gelukkig is en geslaagd, kennelijk lukt het anderen wél om alles soepeltjes te laten lopen. Geloof me, dit zijn vaak maar plaatjes, de buitenkant.

 Het leven moet geen streven  zijn naar perfectie maar juist imperfectie leren te omarmen.

Tips:

Leg de lat niet te hoog. 

Met 60% kom je een heel eind en wordt je ook gewaardeerd. Mag je het iets minder goed doen van jezelf?

“Moet Ik Dit (nu) doen?”

Moet ik dit doen?
Is het echt noodzaak of is dit alleen een gevoel bij mezelf?

Moet Ik dit doen?
Ben jij echt degene die deze taak op zich moet nemen of kan een ander dit ook?

Moet ik dit doen?
Of is er ook een andere, kleinere taak van te maken?

Moet ik dit nu doen?
Moet het per se nu of kan het ook een andere keer?

Vraag hulp

Dat is fijn voor jezelf en voor een ander. Je hoeft niet alles alleen te doen. Volg een mindfulnesstraining of doe een vervolgtraining. Kom naar de verdiepingsavonden en sluit je aan bij de online meditatie groep.

Stel grenzen

Zeg af en toe maar eens nee. Luister naar je gevoel en zeg een afspreek af als je te moe bent of geen zin hebt. Accepteer dit ook van een ander. Het geeft rust als je eerlijk kunt zijn in werk en vriendschappen.

Zorg goed voor jezelf

Slaap voldoende, eet goed ( neem er de tijd voor) en neem bewust tijd voor ontspanning. Denk aan de 5 V’s: Verrijk, Vertraag, Verbind, Voorkom, Voed….jezelf

Bespreek het gevoel van “al die ballen in de lucht”

Je zult merken dat iedereen worstelt met tijd. Misschien kun je elkaar helpen en ondersteunen. Gedeelde smart is halve smart.

En dan als laatste………………………het Moetenboekje

Houd regelmatig een boekje bij waar je je ‘moeten’ in opschrijft. Zo krijg je wat meer inzicht in wat je van jezelf allemaal moet en óf dit ook moet.

Stel jezelf hierbij de volgende vragen:

  • Zijn ze nodig?
  • Ben ik flexibel genoeg om ze los te laten?
  • Van wie zijn deze moet gedachten eigenlijk?